140 Jaar Monetaire Geschiedenis in Slechts 10 Minuten

  • Gepubliceerd

Video – Mike Maloney

Veel mensen denken nog steeds dat de Amerikaanse dollar zo goed als goud is, maar dat beeld klopt niet meer sinds 1971. Om te begrijpen hoe dit is veranderd, moeten we terug naar de oorsprong van het wereldwijde monetaire systeem.

De Gouden Standaard: Een Historisch Overzicht

Het wereldwijde monetaire systeem begon in 1873 toen Duitsland de klassieke gouden standaard invoerde. Onder deze standaard werd elke valuta-eenheid ondersteund door een gelijkwaardige hoeveelheid goud in de schatkist. In de Verenigde Staten kon een biljet van 20 dollar ingewisseld worden voor een gouden munt ter waarde van 20 dollar. Mensen konden naar een bank gaan, hun biljetten inleveren en in ruil daarvoor goud of zilver krijgen. Dit systeem zorgde voor vertrouwen in de valuta, aangezien de regering de goudvoorraad als onderpand gebruikte.

Toch gaf dit systeem overheden de mogelijkheid om meer geld te drukken dan er goud beschikbaar was. Dit werd massaal gedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen oorlogvoerende landen de inwisselbaarheid van hun valuta voor goud stopzetten en hun geldpersen lieten draaien. Na de oorlog ontstond de gouden wisselstandaard, waarbij valuta’s slechts gedeeltelijk door goud werden gedekt. In de Verenigde Staten werd onder de Federal Reserve Act van 1913 toegestaan om voor 50 dollar aan valuta uit te geven, ondersteund door slechts 20 dollar aan goud, wat neerkwam op een reserveverhouding van 40%.

De Tweede Wereldoorlog en Bretton Woods

Tijdens de wereldoorlogen betaalde Europa de Verenigde Staten met goud voor allerlei goederen, aangezien de VS pas laat in beide oorlogen betrokken raakten. Hierdoor verzamelde de VS een grote goudvoorraad, wat leidde tot een scheve verdeling van het goud na de Tweede Wereldoorlog. In 1944 werd tijdens de conferentie van Bretton Woods een nieuw monetair systeem opgezet. De meeste wereldwijde valuta’s werden gekoppeld aan de Amerikaanse dollar, die op zijn beurt werd gekoppeld aan goud tegen een vaste prijs van 35 dollar per ounce. Dit systeem bracht stabiliteit en voorspelbaarheid in de wereldhandel.

Echter, de VS bleef dollars drukken zonder voldoende goudreserve, vooral om de kosten van de Koreaanse en Vietnamoorlogen en het Great Society-programma van president Johnson te dekken. In de jaren zestig realiseerde de Franse president Charles De Gaulle zich dat de VS niet genoeg goud had om alle uitgegeven dollars te dekken. Hij begon Franse dollars om te wisselen voor goud, wat leidde tot een run op de Amerikaanse goudvoorraad. Tegen 1971 had de VS nog maar een fractie van het goud over, terwijl er vele malen meer dollars in omloop waren dan er goud was.

Het Einde van de Goudstandaard

President Nixon besloot uiteindelijk om de goudstandaard volledig los te laten in 1971, waardoor alle valuta’s fiatgeld werden. Dit betekent dat hun waarde niet langer werd gedekt door een fysieke grondstof zoals goud. Ondanks de geschiedenis van fiatvaluta’s, die allemaal uiteindelijk faalden, werd dit nieuwe systeem wereldwijd geaccepteerd.

Vandaag de dag zijn alle nationale valuta’s fiatvaluta’s en zweven ze in waarde ten opzichte van elkaar, terwijl ze allemaal in waarde dalen ten opzichte van goud. Dit voortdurende verlies aan koopkracht zal volgens velen leiden tot een nieuw monetair systeem. De verwachting is dat we, na een periode van deflatoire crisis en mogelijke hyperinflatie, weer zullen terugkeren naar een systeem gebaseerd op goud en zilver, zoals dat al duizenden jaren het geval is geweest.

Voorbereiden op de Toekomst

Het is moeilijk te vermijden wat komt, maar men kan zich voorbereiden en profiteren van de veranderingen die onvermijdelijk lijken. In een tijd waarin de waarde van fiatvaluta’s blijft dalen, kan het verstandig zijn om te overwegen hoe goud en zilver een rol kunnen spelen in toekomstige financiële plannen.

Facebook
Twitter
Email
Print